Het is half acht in de ochtend, luide klassieke muziek klinkt door de lege akoestische gangen van het Hospice du Grand-Saint-Bernard. Halleluja mompel ik bij het opstaan. De tourski vellen hangen nog te drogen in de kelder. De wind huilt en blaast sneeuwduinen tegen de buitenwand van het immense klooster waar vroeger de sint-bernardshonden passanten uit de sneeuw redden. De overnachting op de grens van Italië en Zwitserland is een bijzondere, bijna hemelse ervaring.

Pays du Saint-Bernard is een historische plek in Zwitserland. Hier ligt het Hospice op de Grote Sint-Bernardpas tussen Italië en Zwitserland en de Sint Bernardhond komt hier vandaan. Al eeuwen passeren reizigers, pelgrims en nu toeristen hier de grens tussen de twee landen. In de zomer is het een populaire route om met de auto langs te gaan, in de winter is het Hospice alleen met raquettes (sneeuwschoenen) of skitourend te bereiken. En daarnaast heeft Pays du Saint-Bernard een aantal leuke skigebieden. Niet druk, er is genoeg te skiën en doordat het nog verstoken is van moderne ontwikkelingen, is het nog een verrassend authentieke plek.

Historische bergpas
Het Hospice du Grand-Saint-Bernard bestaat sinds de elfde eeuw. Ooit gebouwd door monniken op de 2469 meter hoge Saint-Bernardpas om reizigers en pelgrims te beschermen tegen plotseling omslaand of extreem weer. Sinds halverwege de 17e eeuw kregen ze daarbij hulp van Sint Bernardhonden (vernoemd naar de pas). De honden werden in het Hospice gefokt. Ze hebben kracht, zijn bestand tegen weer en wind en kunnen slachtoffers tot een meter onder de sneeuw ruiken. Een ideale bergmaat dus. Na een sneeuwstorm gingen de monniken en hun honden op zoek naar gestrande reizigers en na lawines zochten zij naar slachtoffers. De bekendste hond, Barry, heeft meer dan veertig reddingen op zijn naam. Nu zijn ze niet meer zo hard nodig, er wordt nog wel minimaal één hond opgeleid tot lawinehond. Het is ook nog steeds een instabiel lawinegebied. Wij lopen achter onze gids aan de berg op om een nacht op deze unieke plek te verblijven. Het is oppassen geblazen, we lopen op bepaalde stukken flink ver uit elkaar en de mist zorgt voor weinig zicht, zoals zo vaak hier. Ruim twee uur glijden we stapje voor stapje omhoog, denkend aan al die reizigers die ons voor gingen. Zonder al die geavanceerde wintersportkleding en kennis die de gids met zich mee brengt moet het soms een hel zijn geweest. Bovenaan krijgen we het klooster in zicht en het eerste dat opvalt is de gigantische omvang én dat het ondanks dat door de kleur bijna niet opvalt in het landschap.

Hemelse nacht
Nadat we onze ski’s in de skikelder hebben gezet, gaan we natuurlijk eerst langs de bar voor een koud glas Abdijbier. Dat hebben we wel verdiend. Tot onze grote verbazing staat er een monnik achter de toog die ons speciaalbieren uit de koeling serveert. Deze Raphaël vertelt dat er na het eten een mis is die we kunnen bijwonen. En morgenvroeg om half zeven nog één. “Maar die mag je laten schieten, want jullie mogen ook uitslapen. Om half acht start de muziek!” Welke muziek dan? Elke ochtend blijkt het gehele klooster, waar wel een paar honderd man kunnen slapen, gewekt te worden met muziek. “Waarschijnlijk klassiek, maar het kan ook Vangelis zijn, mijn collega bepaalt dat per dag.” Uit de keuken achter hem klinkt hardrockmuziek van Rage Against the Machine, het zal toch niet… Raphaël neemt ons mee naar het museum dat het Hospice rijk is. Ook hier veel foto’s en historie, maar het mooiste is eigenlijk de monnik die in geuren en kleuren, met een guitige glimlach en goede humor, vertelt over zijn huis waar hij al drie jaar woont. “Het is onze plicht om gastheer te zijn voor voorbijgangers. Weer of geen weer. Dat is het al duizend jaar. Zo dicht bij God zijn is aangenaam.” Ook hier komen de Sint Bernards weer volop aan bod. Iedereen hier is dol op deze trouwe viervoeters. Aan het einde van de rondleiding vraagt hij ons naar de avondmis. We accepteren als trouwe bekeerlingen. De avondmis blijkt, ook voor de ongelovigen onder ons, een mooie belevenis. De akoestiek van de crypte is subliem en het samenzang van de monniken prachtig. Door het kaarslicht en de mooie kleuren dromen we langzaam weg. Na het gebed zoeken we onze kamers op voor een hemelse nacht.

Pit stop in Italië
In de ochtend geen heavy metal, gelukkig, maar klassieke piano. Het is heerlijk wakker worden en wij trekken onze high tech ski gear aan, doen de lawinepiepers om en maken ons klaar voor een dag skitouren en off-piste rijden. We lopen nog één keer onder de ronde gewelven van het Hospice door, eten een simpel ontbijt en bedanken Raphaël alvorens we de ski’s en boards onder klikken. Voor het gevoel lopen we natuurlijk even Italië in over het aangrenzende, bevroren meer. De rest van de dag skiën we op en off-piste in de skigebieden La Fouly en Champex-Lac. Terwijl ik de diepe poedersneeuw in duik, voel ik een eerbetoon voor Raphaël en het Hospice opborrelen en roep luid: “Halleluja!”

Bron:
Gijs Hardeman ging op uitnodiging mee naar het Zwitserse Wallis voor een bezoek aan het Hospice. Tijdens deze reis werd ook de Fondation Barry aangedaan. Dit artikel werd eerder geplaatst in wintersport magazine High Life Plus. Pays du Saint-Bernard ligt op 800 kilometer van Brussel en op zo’n 970 kilometer van Amsterdam. Vliegen kan ook. SWISS vliegt meerdere keren per dag van Amsterdam en Brussel naar Zürich en vandaar kun je verder met de trein. Informatie en reserveringen: www.swiss.com. Voordeelpassen van het Swiss Travel System: www.SwissTravelSystem.com
Show Comments